|
Cougnou, twee versies
Het moet ergens in de vorige eeuw geweest zijn, dat ik een pakketje van de post kreeg met daarin een cougnou van een bevriende Belgische bakker. Luxe witdeeg, enkele rozijnen, een soort mensje. (Zie de foto hieronder, een verse cougnou van deze bakker, foto is met toestemming geplaatst.) Ik heb zin om de cougnou te gaan bakken, nu het bijna sinterklaas is en - eind van de maand - kerst. Het is namelijk een decembertraktatie in heel België, en trouwens ook in sommige streken van Brabant en Limburg. Alleen heten ze daar anders. Wat is een cougnou?
Cougnou volgens Ceres
met dank aan Ceres,België
De cougnou of kerstbrioche komt traditioneel op tafel tijdens de feestdagen. Dit heerlijk zoete suikerbroodje hoort erbij tijdens de gezelligste dagen van het jaar, en dat is al vele eeuwen zo…
De eerste cougnous dateren al van de negende eeuw. Het waren oorspronkelijk kleine, geknede broodjes van melk en eieren in de vorm van… een tafelhoek. De naam cougnou is dan ook afgeleid van het Latijnse coniada wat kleine hoek betekent. Intussen ziet het broodje er anders uit: meestal koop je de brioche in de vorm van een Jezuskindje.
Wanneer het tarwemeelbrood op tafel kwam – traditioneel tussen Oud en Nieuw - werd dat als een luxe bestempeld. Andere dagen at men namelijk uitsluitend roggebrood.
De cougnou heeft een typische vorm: langwerpig, met twee vernauwingen. De vorm doet denken aan een wikkelkindje, vandaar dat het broodje in heel wat streken un petit jésus wordt genoemd. Op andere plekken worden de uiteinden als twee hoofden beschouwd. Daar heeft men het over een totmanon, een toteman of een krolleman.
En dan zijn er nog deze benamingen:
|
Cougnou volgens Wikimonde (met dank)
(en vertaald in het Nederlands door Google translate)
De cougnou , in sommige streken ook wel cougnole genoemd , maar ook bladerdeeg , schelp of brood van Jezus , is een typisch gebakje dat typisch is voor België en Noord- Frankrijk en dat wordt geconsumeerd tijdens de periodes van Sint-Niklaas en Kerstmis en Sint-Maarten .
Dit brood lijkt afkomstig te zijn uit het oude Henegouwen, maar het gebruik ervan heeft zich verspreid naar alle zuidelijke provincies van de Belgische Nederlanden en in het Prinsdom Luik.
Etymologisch gezien is het woord waarschijnlijk afkomstig is van cunoieus , "klein hoekje" (van cuneus , -i, "hoekje"). Cuneus was ook in staat om "cougne" (ijzeren wig om het hout te splijten Motî: cougne ) te geven. Ter vergelijking: de "quignon" is een grote wigvormige boterham.
Ze worden in Belgie gebakken vanaf Sint Maarten - 11 november - tot Kerstmis.
Vaak wordt het brood versierd, afhankelijk van de regio.
(n.b. het zou dus kunnen dat de wigvormige krombroodjes uit Sittard hier hun naam aan danken???)
Cougnou volgens Das Buch von Brot, Bernard Dupaigne en Jean Marquis
Rond sinterklaas kende Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en België een traditie om een grof gevormd mannetje uit melkbrooddeeg te maken: Weckmänner, Stutenkerle, coughnou, bubbe, Mänlle, Fräuli, Elgermanne, Chläus, Grattimaa, Hanselmanne, Bänz. De betekenis van deze ‘mensfiguren’ is in de loop van de tijd veranderd en verruimd. Cougnou werd bv in verbinding gebracht met het kerstkind, ‘kleine Jesus’. In de Provence wordt het gemaakt met St. Stefansdag, 26 december: kleine mannetjes uit brooddeeg, estèves of Stefansbrood. In Frans-Canada krijgen de kinderen met nieuwjaar ‘catin’ of broodpoppetjes cadeau (bladzijden 99 en 100)
Nederlandse poppen van brooddeeg in de sinterklaastijd
In het boek 'Het versierde brood'' , uitgeverij Waanders 1985, staat het volgende: De Stevenman, ook wel Wekkeman, Boekman, Buikman of Ziepjesprengert geheten, al naar de streek, is qua vorm een nogal grove pop die men elkaar in Limburg schenkt met Sinterklaas. Hij is bereid uit fijn deeg met veel krenten en rozijnen. (zie de rechtse figuur op de foto hiernaast). Soortgelijke ietwat vormeloze figuren ter gelegenheid van Sinterklaas heten in Groningen Fieterknuten. Daar worden ze gebakken van zoet wittebrooddeeg. (zie de linkse figuur hiernaast).
Wêggekels van Gommans, Sevenum
Op de Facebook pagina van Bakkerij Gommans in Sevenum zag ik dat ze ovens vol ‘wêggekels’ aan het bakken waren. Broodkerels dus. Andere namen: buikmannen, mikkemannen, stoete. De deegstukken krijgen een pijp in de handen, die wordt mee gebakken.
Nog enkele links
naar cougnou Wikipedia cougnou
Recept cougnou van Jeroen Valkenier (voor 8 kleine of 1 grote)
Cougnou 1, zoet desem, half bloem, half volkoren eenkoornmeel
Zoet desem
ZOET DESEM IS NIET: DESEM MET SUIKER BEREID. Zoet desem is: JE MOEDERDEEG DUSDANIG BEHANDELEN - indikken, in meerdere fasen verversen, in warme omgeving laten rijpen - DAT JE DESEM AAN CO2 RIJSKRACHT WINT EN AAN AZIJNSMAAK VERLIEST. Het zoet komt dus niet door toevoeging van suiker, maar door een bewerking van je desem. Hè hè. Ineens snap ik dus ook de Italiaanse panettone, die met een krachtig desem een vulling kan dragen van boter en vruchten en suiker. Je ziet het hier uitgelegd, bij de panettone van vorig jaar.
ingrediënten (voor 12 kleine cougnou's, totaal deeggewicht was 1130 gram)
vulling
werkwijze
vorige dag
avond
bakdag
evaluatie
Heel lekkere cougnou-probeersels. Het vormen vereist nog veel oefening voor wie nooit van haar leven cougnou's gemaakt heeft. Mijn mensjes lijken iets teveel op de paasmannetjes. De echte cougnous zien er veel serener en strakker uit, zie de foto bovenaan.
Cougnou 2, poolish, biogist, veganistische versie met walnotenolie
De walnootolie als vervanger van boter in een briochedeeg is een idee van Maggie Glezer in haar boek A blessing of bread
ingrediënten (deeggewicht 970 gram, circa 8 cougnous)
vulling
garnering
werkwijze
vorige avond
Weeg het meel af. Weeg het zout alvast af en leg dit in een hoekje op het meel. Weeg de gist alvast af en leg dit in een andere hoekje op het meel. Neem nu een deel van dit meel (100-250 gram, maakt niet uit) en het grootste deel van de gist, doe dit samen in een kommetje en voeg zoveel lauwwarm water toe, dat je een nattig pannekoekenbeslag hebt. Doe een doek over dit kommetje en laat het staan in de nacht buiten de koelkast.
bakdag
evaluatie
Het inknippen had dus DIEPER gemoeten. Maar liever zo - onbestemde massieve vorm - dan al te lange armen en benen zoals bij de eerste cougnou's. Zowel de desemcougnous als de poolishcougnous zijn heerlijk. Persoonlijk prefereer ik om de (stukjes) suiker te vervangen door zoiets als gezoete sinassnippers of andere vruchten, maar...... alles kan. Met boter en suiker en ei. Met olie en vruchten. Met veel boter - de helft van het meelgewicht - of met weinig boter - 50 gram bijvoorbeeld.
Je kunt grote cougnous maken - van 450 gram deeg bijvoorbeeld - of je maakt kleine cougnoutjes - van 100 gram bijvoorbeeld.
Je kunt 'Luikse' maken met een vleugje kaneel of je kunt de kaneel achterwege laten.
Variaties genoeg. Als het mensje of botje maar feestelijk is en lekker en mooi.
Als je de cougnous enkele dagen na het bakken eet, kun je ze het beste even oppiepen in de oven.
summary
I used to get - in the century before - a cougnou with the post, that came from a friend-baker in Belgium. In Holland I never had heard of a cougnou. It seemed to be a tradition in Belgium, also in German, Austria, Switserland, France. A brioche dough, formed as Santa Claus, also sort of wrapped Christmas child, but also in some regions sort of bones (of breaddough, instead of real human/animal offers in older times). The cougnous are baked during the december month.
Well, you really can't say that you are able to make a cougnou just if you excersised two times. But... the begin is there. I made the first ones of sweet sourdough and I made the seconth ones vegan (walnutoil) and of organic yeast in a poolish.